Landschap

Bladvlekkenziekte (Rhynchosporium secalis) [Rhynchosporium secalis]

In teeltgebieden met een gematigd klimaat, zoals Nederland, zijn bladvlekkenziekte en netvlekkenziekte de belangrijkste ziekten in gerst. De symptomen van Rhynchosporium secalis zijn vooral op bladeren, maar ook op stengels en aren zichtbaar. Als de ziekte op grote schaal voorkomt dan kan substantiƫle economische schade ontstaan. De opbrengstderving, veroorzaakt door minder korrels per aar en een lager duizendkorrelgewicht, kan oplopen tot meer dan 25 procent.

Besmettingsbron

Op besmette oogstresten vormt Rhynchosporium secalis een soort rustmycelium. Hierop kan de schimmel overwinteren, maar ook opslagplanten of gras zijn vaak primaire besmettingsbronnen. Besmetting vanuit zaaizaad is ook mogelijk, maar is in de praktijk meestal vanondergeschikt belang.

Aantastingsbeeld

De eerste aantastingen van bladvlekkenziekte komen vooral voor op deonderste bladeren. De schade kan zich in het groeiseizoen onder invloed van overvloedige regenval uitbreiden van het vlagblad tot zelfs de aren. De eerste symptomen zijn grijs-groene, waterige, langgerekte, ovale vlekken. Later worden de vlekken grijs-geel van kleur en onregelmatig van vorm. De vlekkenzijn dan omgeven door een donkeretot paarsbruine rand. De scheiding tussen gezond en aangetast weefsel blijft bij bladvlekkenziekte scherp tot aan het eind. Aantastingen van bladscheden kunnen tot gevolg hebben dat complete bladeren afsterven.

Vergelijkbare schadebeelden

Omdat het schadebeeld van Rhynchosporium secalis per ras kan verschillen is een goede herkenning van de ziekte niet altijd eenvoudig. Kleine vlekken van bladvlekkenziekte kunnen verwisseld worden met de vlekken van het vlek-type van netvlekkenziekte.

Bestrijding

Preventieve teeltmaatregelen

  • Goed onderwerken van stoppels en oogstresten.
  • Keuze van geschikte rassen, bij voorkeur geen rassen met kortstro.
  • Een ruime vruchtwisselingaanhouden.

Toepassing van fungiciden

Het moment van bestrijden van bladvlekkenziekte is afhankelijk van de mate van aantasting en de weersomstandigheden. Vooral onder koele omstandigheden kan gedurende langere tijd nog curatief worden gespoten tijdens de incubatietijd. De inzet van fungiciden wordt geadviseerd als vanaf GS 32 een duidelijke aantasting (50 procent van de bladeren) is te vinden op de middelste bladetages (F-4). Het beste bestrijdingstijdstip is kort voor of kort na een regenbui, op het moment dat een sterke uitbreiding van de aantasting te verwachten is.

Top