Landschap

Aardappelziekte [Phytophthora infestans]

De ziekteverwekker phytophthora infestans is de belangrijkste aardappelplaag in Nederland. In het verleden is gebleken dat phytophthora grote schade kan aanrichten in het gewas en voor veel opbrengstderving kan zorgen.

Telers dienen alert te zijn voor de snelheid waarmee phytophthora het aardappelgewas kan infecteren. Vooral onder de vochtige omstandigheden kan de oömyceet zich razendsnel verspreiden.

Er is veel bekend over deze ziekteverwekker, zo komen er diverse stammen voor in de aardappelteelt. Via een Europees netwerk (EuroBlight) worden deze stammen in kaart gebracht, om inzicht te krijgen in de populatie-opbouw en verspreiding.

Voor de bestrijding van phytophthora kunnen aardappeltelers reken op krachtige en innovatieve gewasbeschermingsmiddelen. BASF investeert al jarenlang in onderzoek naar nieuwe phytophthora-middelen. Voorbeelden hiervan zij Acrobat DF en Orvego. Beide producten werken preventief en curatief en hebben bovendien een sporendodende werking.

Aantastingsbeeld blad

Op de blaadjes ontstaan lesies. Afhankelijk van de luchtvochtigheid begint een lesie als een waterig uitziende, niet scherp begrensde vlek van 1 á 2 cm. doorsnede. Binen enkele uren kan zich een dunne laag wit schimmelpluis vormen die uit sporendragers en de daarop gevormde sporen bestaat.
Binnen één dag verkleurt het sporulerende gedeelte van de lesies via lichtgroen naar bruingrauw of donkerbruin en verdwijnt het mogelijk aanwezige schimmelpluis. Lesies zijn dan zichtbaar als scherp begrensde, onregelmatige ronde vlekken. Dit proces gaat verder totdat het gehele blaadje is aangetast en afsterft.

Aantastingsbeeld stengel

Grote langwerpige grauwbruine tot bruinzwarte lesies worden waarneembaar, allereerst vanuit de bladoksels.. Na verloop van tijd kunnen die de gehele stengel omvatten. Op aangetast stengelweefsel kan sporulatie meerdere keren optreden en gedurende het gehele groeiseizoen gevaarlijk voor het gewas blijven.

Aantastingsbeeld knol

Tijdens het groeiseizoen zowel als bij het rooien kan een besmetting optreden. Infecties op de knol gaan via lenticellen,ogen en barstjes in de schil en bij bepaalde rassen ook via de stolonen. De aantasting begint als blauwachtige, door de schil schemerende vlekjes. Na verloop van tijd wordt de lesie bobbelig en treedt een verkleuring van het aangetaste weefsel op naar roestbruin.
Tijdens de bewaring kan de ziekte zich verder ontwikkelen en door sporulatie gezonde knollen infecteren.

Levenswijze

Koude winters of droge hete zomers zijn de ongunstige perioden waarin Phytophthora infestans overleeft als schimmeldraden in de waardplant en in de grond als oöspore. Zoösporangiën verbreiden de ziekte massaal door wind of opspattend regenwater. Zowel directe kieming door het vormen van een kiembuis door sporen als indirecte kieming door zwemsporen of zoösporen komt voor. Regen of dauw zijn dus altijd voorwaarden.

Waardplanten voor Aardappelziekte zijn o.a. Bitterzoet (Solanum dulcamara), zwarte nachtschade (Solanum nigrum) en raketblad (solanum sisymbriifolium).

Top