Botrytis [Botrytis sp.]
Botrytis, ook wel `grauwe schimmel' genoemd, treedt op tijdens de bewaring. Als Botrytis de vrucht aantast ontstaat er een aangetaste plek die lichtbruin verkleurd. De verspreiding van de schimmel gebeurd erg snel. Er ontstaat een soort wollige schimmelpluis op de vrucht. Dit tast dan weer aangrenzende vruchten aan.




Appels en peren
In peren is botrytis de belangrijkste bewaarschimmel. De eerste infectie kan in vochtige jaren al plaatsvinden in de bloei. Bij appels veroorzaakt botrytis dan neusrot. Later in het seizoen infecteert de schimmel de vruchten vooral via wondjes. Richting de oogst ontstaat eerst een lichte niet duidelijk omlijnde vlek. Later wordt de vlek donkerder met een lichte rand. Bij een hoge RV ontstaat wit of grijs schimmelpluis, het vruchtvlees wordt na infectie slap en de vruchten zakken in elkaar. Botrytis veroorzaakt in de bewaring nestrot doordat vruchten elkaar besmetten.

Aardbeien
Er zijn een aantal schimmels die vruchtrot bij aardbeien veroorzaken. Vaak beperkt de aantasting zich niet tot de vruchten, maar worden ook andere planten delen aangetast. Kenmerkend is het grijze tot witte schimmelpluis op de aangetaste vruchten, de aangetaste vruchten worden vervolgens zacht.
De schimmel overwintert op plantenresten in de bodem of op vruchtmummies. Botrytis kan zich onder warme vochtige omstandigheden snel uitbreiden. De mate van aantasting wordt vooral bepaald door de weersomstandigheden tijdens de bloei. De kans op infectie door Botrytis is hoog bij warm, broeierig weer. De optimumtemperatuur voor de ontwikkeling van de schimmel ligt tussen de 18 en 25°C. Bij deze temperaturen neemt de infectiekans toe van bijna 0% bij een bladnatperiode van 6 uur tot meer dan 90% bij een bladnatperiode van 24 uur.