Landschap

Echte meeldauw (microsphaera alphitoides) [Microsphaera penicillata]

Echte meeldauwsoorten zijn een groep van obligate parasieten (hebben een levende planten nodig om te overleven) en zijn waardplant specifiek. Deze schimmels zijn te herkennen aan de poederachtige witte waas of wit/grijzige vlekken die voornamelijk boven op de bladeren aanwezig zijn. Deze vlekken zijn gemakkelijk van het blad af te vegen. Meeldauwsporen hebben geen vloeibaar water nodig om te kiemen. Een relatief vochtige omgeving van meestal 50% of hoger in combinatie met warm weer is vaak voldoende om de schimmel een kans te geven zich te ontwikkelen. Echte meeldauw wordt verspreid via de wind, regen of zelf kleding.

Eikenmeeldauw

De echte meeldauw van eik is Microsphaera alphitoides oftewel Erysiphe alphitoides.

Levenswijze

Naast zomer- en wintereik kan deze schimmel ook beuk, witte paardenkastanje en tamme kastanje infecteren .In de herfst worden chasmothecia op het blad (bruien of zwarte puntjes van 0,1-0,2 mm groot) gevormd. Vandaar verspreiden de ascosporen zich om de knopschubben van de bomen te infecteren. sporen daaruit verspreiden zich in het najaar waar ze de knopschubben van de bomen infecteren De schimmel overwintert meestal als mycelium in deze knobschubben. In het voorjaar worden de nieuw gevormde plantendelen vanuit deze knobschubben door conidien geïnfecteerd. Juist bij droge en zonnige weersomstandigheden worden er veel sporen gevormd. Deze schimmel kan bladeren infecteren bij temperaturen van 5-35 °C met een optimale temperatuur van 25 °C, de relatieve luchtvochtigheid voor kieming van de sporen varieert van 10-100% met een optimum van 90%.

Symptomen

Bij het begin van de aantasting ontstaan kaneelkleurig vlekken op de bladeren die zich snel uitbreiden. Vervolgens bedekt een wit mycelium het blad en worden er grote conidien gevormd die voor verdere verspreiding kunnen zorgen. Uiteindelijk rolt het blad in elkaar, wordt het bruin en valt vroegtijdig van de boom af.

Schade

Eikenmeeldauw komt voornamelijk voor op zaailingen en jonge bomen. De aantasting van de eikenmeeldauwschimmel bevindt zich vooral op de uiteinden van de twijgen op de jonge bladeren. De bladeren zijn aan boven- en onderzijde met een witte laag bedekt.

Top