Kumulus® S
Kumulus S is een bekend en bewezen schimmelbestrijdingsmiddel voor diverse teelten.
De actieve stof van Kumulus S is zwavel, een stof van natuurlijke oorsprong. Kumulus S wordt gebruikt om o.a. granen, fruitbomen, kleinfruit, bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten te beschermen tegen diverse schimmelziekten.
Kumulus® S
Kumulus S is een bekend en bewezen schimmelbestrijdingsmiddel voor diverse teelten.
De actieve stof van Kumulus S is zwavel, een stof van natuurlijke oorsprong. Kumulus S wordt gebruikt om o.a. granen, fruitbomen, kleinfruit, bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten te beschermen tegen diverse schimmelziekten.
Voordelen
- Kumulus S is geformuleerd als een wateroplosbaar granulaat en laat hierdoor weinig tot geen zichtbaar residu achter op het gewas
- Betrouwbare preventieve werking
- Brede werking (meerdere schimmelziekten worden bestreden)
- Past in de biologische en geintegreerde bestrijding
- Goed oplosbare formulering
Etiketten & downloads
Etikettekst | |
---|---|
Veiligheidsinformatieblad |
Details
Algemene informatie
Productnaam | Kumulus® S |
---|---|
Formulering | Granulaat of korrel |
Werkzame stoffen | 80.0 % Zwavel |
Echte meeldauw (Podosphaera Aphanis)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,4% | Vóór en ná de oogst. Tijdens de plukperiode niet toepassen in verband met bezoedeling van de vruchten. | indien nodig herhalen. |
Rode vruchtziekte
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,8% | In het voorjaar als de vruchtdragende scheuten een lengte van 5 - 15 cm hebben. | Zonodig een tweede bespuiting uitvoeren vlak vóór de bloei. |
Hagelschotziekte
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,6% | De eerste bespuiting direkt ná de bloei uitvoeren. | Na 2-3 weken nogmaals een bespuiting uitvoeren. |
Echte meeldauw (Sphaerotheca mors-uvae)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,4 % | Voor en na de oogst spuiten. | - |
Echte meeldauw (Sphaerotheca mors-uvae)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,4 % | Voor en na de oogst spuiten. | - |
Hagelschotziekte
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,6% (600 gram per 100 L/water, voor de bloei)0,4% (400 gram per 100 L/water, na de bloei) | - | 2 toepassingen per 12 maanden |
Bewaarschurft (Venturia inaequalis)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,6% (600 gram per 100 L/water | - | 2 toepassingen per 12 maanden |
Bewaarschurft (Venturia pirina)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,6% (600 gram per 100 L/water | - | 2 toepassingen per 12 maanden |
Echte meeldauw (podosphaera leucotricha)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,25%-0,4% (250-400 gram per 100 L/water) | - | 2 toepassingen per 12 maanden |
Hagelschotziekte
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
Vóór de bloei: 0,6%. Tijdens en ná de bloei: 0,4%. | De eerste bespuiting vóór de bloei uitvoeren. | Ná de bloei de bespuiting herhalen. |
Echte meeldauw (Sphaerotheca mors-uvae)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
0,4 % | Voor en na de oogst spuiten. | - |
Echte meeldauw (erysiphe graminis)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
5,0 kg/ha | - | 3 toepassingen per 12 maanden |
Echte meeldauw (erysiphe graminis)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
5 kg/ha. Bij voorkeur 0,1 liter uitvloeier toevoegen. | De eerste bespuiting moet worden uitgevoerd als het laatste blad is gevormd, vlak voor het in de aar komen van het gewas. Voor het verkrijgen van een zo goed mogelijk effect zijn twee bespuitingen nodig. | De tweede bespuiting ongeveer 10 dagen later, als het gewas volledig in de aar staat tot uiterlijk vlak vóór de bloei. |
Echte meeldauw (erysiphe graminis)
Aanbevolen dosering | Tijd van toepassing | Aantal toepassingen |
---|---|---|
5 kg/ha. Bij voorkeur 0,1 liter uitvloeier toevoegen. | De eerste bespuiting moet worden uitgevoerd als het laatste blad is gevormd, vlak voor het in de aar komen van het gewas. Voor het verkrijgen van een zo goed mogelijk effect zijn twee bespuitingen nodig. | De tweede bespuiting ongeveer 10 dagen later, als het gewas volledig in de aar staat tot uiterlijk vlak vóór de bloei. |
Algemeen
Algemene informatie
Productnaam | Kumulus® S |
---|---|
Formulering | Granulaat of korrel |
Werkzame stoffen | 80.0 % Zwavel |
Gewas en ziekte details
Aardbei
Back
Aardbei - Echte meeldauw (Podosphaera Aphanis)
Aanbevolen dosering |
0,4% |
Tijd van toepassing |
Vóór en ná de oogst. Tijdens de plukperiode niet toepassen in verband met bezoedeling van de vruchten. |
Aantal toepassingen |
indien nodig herhalen. |
Bramen
Back
Bramen - Rode vruchtziekte
Aanbevolen dosering |
0,8% |
Tijd van toepassing |
In het voorjaar als de vruchtdragende scheuten een lengte van 5 - 15 cm hebben. |
Aantal toepassingen |
Zonodig een tweede bespuiting uitvoeren vlak vóór de bloei. |
Kers
Back
Kers - Hagelschotziekte
Aanbevolen dosering |
0,6% |
Tijd van toepassing |
De eerste bespuiting direkt ná de bloei uitvoeren. |
Aantal toepassingen |
Na 2-3 weken nogmaals een bespuiting uitvoeren. |
Kleinfruit
Back
Kleinfruit - Echte meeldauw (Sphaerotheca mors-uvae)
Aanbevolen dosering |
0,4 % |
Tijd van toepassing |
Voor en na de oogst spuiten. |
Aantal toepassingen |
- |
Kruisbes
Back
Kruisbes - Echte meeldauw (Sphaerotheca mors-uvae)
Aanbevolen dosering |
0,4 % |
Tijd van toepassing |
Voor en na de oogst spuiten. |
Aantal toepassingen |
- |
Perzik
Back
Perzik - Hagelschotziekte
Aanbevolen dosering |
0,6% (600 gram per 100 L/water, voor de bloei)0,4% (400 gram per 100 L/water, na de bloei) |
Tijd van toepassing |
- |
Aantal toepassingen |
2 toepassingen per 12 maanden |
Pitvruchten, overig
Back
Pitvruchten, overig - Bewaarschurft (Venturia inaequalis)
Aanbevolen dosering |
0,6% (600 gram per 100 L/water |
Tijd van toepassing |
- |
Aantal toepassingen |
2 toepassingen per 12 maanden |
Pitvruchten, overig - Bewaarschurft (Venturia pirina)
Aanbevolen dosering |
0,6% (600 gram per 100 L/water |
Tijd van toepassing |
- |
Aantal toepassingen |
2 toepassingen per 12 maanden |
Pitvruchten, overig - Echte meeldauw (podosphaera leucotricha)
Aanbevolen dosering |
0,25%-0,4% (250-400 gram per 100 L/water) |
Tijd van toepassing |
- |
Aantal toepassingen |
2 toepassingen per 12 maanden |
Pruim
Back
Pruim - Hagelschotziekte
Aanbevolen dosering |
Vóór de bloei: 0,6%. Tijdens en ná de bloei: 0,4%. |
Tijd van toepassing |
De eerste bespuiting vóór de bloei uitvoeren. |
Aantal toepassingen |
Ná de bloei de bespuiting herhalen. |
Rode bes
Back
Rode bes - Echte meeldauw (Sphaerotheca mors-uvae)
Aanbevolen dosering |
0,4 % |
Tijd van toepassing |
Voor en na de oogst spuiten. |
Aantal toepassingen |
- |
Triticale
Back
Triticale - Echte meeldauw (erysiphe graminis)
Aanbevolen dosering |
5,0 kg/ha |
Tijd van toepassing |
- |
Aantal toepassingen |
3 toepassingen per 12 maanden |
Wintertarwe
Back
Wintertarwe - Echte meeldauw (erysiphe graminis)
Aanbevolen dosering |
5 kg/ha. Bij voorkeur 0,1 liter uitvloeier toevoegen. |
Tijd van toepassing |
De eerste bespuiting moet worden uitgevoerd als het laatste blad is gevormd, vlak voor het in de aar komen van het gewas. Voor het verkrijgen van een zo goed mogelijk effect zijn twee bespuitingen nodig. |
Aantal toepassingen |
De tweede bespuiting ongeveer 10 dagen later, als het gewas volledig in de aar staat tot uiterlijk vlak vóór de bloei. |
Zomertarwe
Back
Zomertarwe - Echte meeldauw (erysiphe graminis)
Aanbevolen dosering |
5 kg/ha. Bij voorkeur 0,1 liter uitvloeier toevoegen. |
Tijd van toepassing |
De eerste bespuiting moet worden uitgevoerd als het laatste blad is gevormd, vlak voor het in de aar komen van het gewas. Voor het verkrijgen van een zo goed mogelijk effect zijn twee bespuitingen nodig. |
Aantal toepassingen |
De tweede bespuiting ongeveer 10 dagen later, als het gewas volledig in de aar staat tot uiterlijk vlak vóór de bloei. |